Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder: Is er geen vrouw onder de dochteren uwer [3]broeders, en onder al mijn volk, dat gij heengaat, om een vrouw te nemen van de Filistijnen, die [4]onbesnedenen? En Simson zeide tot zijn vader: [5]Neem mij die, want zij is [6]bevallig in mijn ogen. 3. Dat is, bloedverwanten, of landslieden. Zie Gen.13:8, en Gen.24:27. 4. Zie Gen.34:14. Met deze heidense inwoners van Kanaan had God uitdrukkelijk verboden enig verbond of huwelijk te maken. Zie Ex.34:12,16, en elders. Waarom zij reden hadden om te letten op Gods geopenbaard bevel en Simson te bestraffen, als niet wetende van de heimelijke regering en het voornemen Gods [zie vs.4], die recht heeft om zijn schepselen wetten te stellen, maar zelf te doen naar zijn welbehagen, en iets tegenovergesteld extra- ordinairlijk te laten geschieden. Vergelijk Gen.22:2; Ex.3:22, enz. 5. Zie Gen.19:14. 6. Hebreeuws, recht.